Actieve sportloopbaan

Eerste aanraking met sport

Net zoals mijn oudere broer en zus begon mijn sportcarrière in het zwembad. Mijn ouders vonden het belangrijk dat we allemaal konden zwemmen. Op vijfjarige leeftijd begon het allemaal en behaalde ik mijn eerste zwemdiploma, puppy I. Op jonge leeftijd vond ik zwemmen echt heel leuk en daardoor behaalde ik binnen vier maanden ook de zwemdiploma’s puppy II en III. Het jaar erop volgde de wekelijkse zwemlessen met als doel om de zwemdiploma’s A, B en C te halen.

 

In papa’s voetsporen

Papa heeft al sinds ik me kan herinneren getafeltennist en les gegeven. Hierdoor was het vanzelfsprekend dat ik ook als jongste ging tafeltennissen. Vanaf mijn zesde ging ik met papa en mijn broer mee naar de tafeltennishal. Een tijdje heeft mijn zus ook getafeltennist maar die heeft het niet lang volgehouden. Samen met papa en Bram was het elke vrijdagavond ‘tafeltennisavond’. Op mijn achtste had ik al aardig wat uren achter de tafeltennistafel erop zitten en mocht ik meetrainen met de selectie. Hier bleek dat ik talent had voor tafeltennis en dat ik wel eens verder zou kunnen komen dan het halletje waar ik altijd te vinden was met mijn vader en broer. Nu vond ik tafeltennis echt heel leuk om te doen maar ik had besloten dat stil staan achter een tafel en een balletje terug slaan niet heel spannend was.

 

Tenniscarrière

Tijdens de periode dat tafeltennis steeds minder leuk werd had ik af en toe al een tennisracket in mijn handen. Dit vond ik veel spannender en besloot ik het aanbod af te slaan om bij de selectie van Oost-Nederland te gaan tafeltennissen. Natuurlijk vond mijn vader en mijn trainer het zonde maar ze steunden mij compleet in de keuze om te gaan tennissen. De passie en interesse voor tennis is ontstaan doordat mijn ouders regelmatig de televisie op tenniswedstrijden hadden staan en in de straat veel werd gesport en onder andere getennist. Na het batje in de kast te hebben gelegd en geruild voor mijn eerste tennisracket begon ik met veel enthousiasme te trainen bij TEZ. Hier werd ook al snel duidelijk dat ik talent bleek te hebben en heeft mama me opgegeven voor een testdag bij de Nederlandse tennisbond. Met veel spanning was dé dag eindelijk daar en ging ik met volle moed naar Almere. Een paar dagen later kreeg ik een brief thuis waarin stond dat ik geselecteerd was voor de KNTLB. Dit hield in dat ik in groep 6 begon met de bondstraining en dat ik af en toe een kinderfeestje moest missen. Ondanks dat ik het heel jammer vond stond op dat moment tennis op nummer één bij mij. De daarop volgende jaren op de basisschool waren vooral veel tennissen en in de vrije tijd veel afspreken met vrienden en vriendinnen. Iedereen begreep mijn situatie en steunde mij in mijn dromen. Vanaf dag één was mijn moeder altijd mijn grootste fan, ze bracht me naar alle trainingen, toernooien en testdagen. De basisschool afgerond, stond de keuze van een middelbare school voor de deur. Keuze 1: Bruggertstraat, dezelfde school als mijn broer en zus of keuze 2: Hetstedelijk Lyceum Zuid, een school waar extra sport wordt aangeboden en ik een lootstatus kon krijgen. Met heel veel motivatie en energie wilde ik de lootstatus combineren met een vwo-opleiding in het Engels. Helaas werd dit zwaar afgeraden door mijn basisschool lerares en koos ik voor de lootstatus. Mijn dromen waren al bijgesteld van Grand Slams naar future toernooien. In deze periode stond mijn teller op 21-trainingsuren en om de paar weken toernooien spelen. Ondanks dat ik nog steeds met plezier al die uren maakte, ging het tijdens wedstrijden altijd mis. Mijn talent was ver te zoeken als het ging om het mentale gedeelte. Het wisselde af tot schreeuwen op de baan tot rackets gooien. Ik kon mijn hoofd er niet bijhouden wat er ook tot heeft geleid dat ik nooit resultaten boekte op de tennisbaan. In overleg met mijn ouders en mijn trainers besloot ik mentale training te volgen. Wekelijks een uurtje praten en vooral veel opschrijven en trucjes toepassen op de baan. Veel trainen en nooit presteren, zo ging het door totdat ik in de derde kwam van de middelbare school. Toen ik begin dat jaar een vrijstelling aanvroeg voor weer een van de toernooien kreeg ik een mailtje dat dat niet zomaar kon omdat ik geen lootstatus meer had. Lang verhaal kort, de lootcoördinator was een trainer bij FC Twente en gaf niet veel om andere topsporters waardoor mijn lootstatus werd ingetrokken. Dat jaar realiseerde ik ook dat mijn ouders enorm veel energie, tijd en geld in mij staken maar het nooit zijn vruchten afwierp. Door de combinatie van het verdwijnen van lootstatus en het besef dat mijn ouders rust verdiende besloot ik mijn teller even flink terug te draaien. In de vierde en de vijfde tenniste ik 2 tot 3 keer in de week en speelde ik alleen de toernooien die ik leuk vond en de onderdelen waar ik gelukkig van werd. Mijn prioriteiten zijn in die jaren flink veranderd en hebben vriendinnen en familie de plaats ingenomen van tennis. In 2014 liep ik een chronische pols blessure op waardoor ik dat jaar mijn laatste enkel wedstrijd heb gespeeld. Vanaf dat moment heb ik drie maanden thuis gezeten en daarna heb ik het weer rustig opgebouwd. Elke keer dat ik nu weer mocht tennissen ging ik er met enorm veel plezier heen en was ik dankbaar voor elke minuut dat ik een kon tennissen zonder pijn. Na veel bezoeken aan de fysio en het ziekenhuis is de blessure nog steeds bekend. Op aanraden van de fysio kocht ik een brace ter ondersteuning voor mijn pols. Verrassend genoeg kon ik hiermee 80% van de tijd pijn vrij tennissen. Toch besloot ik wel om niet meer te enkelen omdat het teveel van mijn pols vroeg en omdat ik het dubbelen en mixen veel leuker vond. Alle wedstrijden die ik speelde dubbelde of mixte ik samen met een vriend of vriendin. Dit zorgde ervoor dat ik altijd met plezier de baan op ging en echt genoot van het tennissen. Natuurlijk ga je altijd voor de winst maar het plezier heeft zeker plaats gemaakt voor het behalen van prestaties. Tot op de dag van vandaag sta ik nog steeds met plezier op de baan en heb ik het tennissen opgepakt bij TAM in Groningen. Ondanks mijn blessure heb ik wel besloten om te kijken wat er nog in de tank zit en alles eruit te halen.

 

Passieve sportloopbaan

Het begon met meegaan naar papa's en Brams trainingen en wedstrijden. Vol spanning aan de kant en hopen dat ze de wedstrijden winnen en tijdens de trainingen ook stiekem zelf een balletje slaan. Toen ik iets ouder was en elk weekend een tenniswedstrijd op tv was te zien was ik niet meer weg te slaan van de bank. Denkend dat de spelers 'Federer' en 'Nadal' heten, zonder erbij na te denken dat ook profspelers een voornaam hebben. Alle tennistoernooien volgde ik op de voet en kende precies de schema's en wedstrijden uit mijn hoofd. Vervolgens begonnen de bezoeken aan de Davis Cup, tennistournament ABN AMRO en Ordina Open. Dit was de kans om mijn helden in het echt te zien en een handtekening of zelfs een handdoek te scoren. Zelfs handtekeningen van onbekende spelers maar die daar wel op het centrecourt stonden te spelen. 'Handdoek' in alle talen leren zodat jij de gelukkige werd die de zweet handdoek mocht ontvangen. Toen ik op de leeftijd kwam dat lezen me vrij snel afging kreeg ik als kerstcadeau een abonnement op 'tennis magazine'. Op jongere leeftijd haalde ik alle posters er nog uit en hing mijn hele kamer vol, vandaag lees ik 70% van het magazine en kunnen de posters me gestolen worden. 

Op mijn middelbare school, waar sport hoog in het vaandel stond, was er de mogelijkheid om Bewegen, Sport en Maatschappij als extra vak te kiezen. Dit was het toppunt van de week waarin je met 20 gemotiveerde en sportieve leerlingen in één gymzaal stond. Als opdrachten organiseerden we onder andere een sporttoernooi voor de hele onderbouw en waren we vrijwilligers bij de sportdagen op school en op het Rutbeek. Daarnaast was ik ook vrijwilliger als toernooileiding bij de toernooien van mijn club. Om up to date te blijven van de sportwereld lees ik het sportnieuws op de NOS-app.